Vestia schuift rekening wanbeheer door naar huurders

Het Nos Journaal besteedde 2 maart opnieuw aandacht aan Vestia. De corporatie blijkt de kosten van haar mislukte handel in derivaten te willen doorberekenen aan haar huurders. Een beleidsomslag van 180 graden. Nog geen maand geleden kregen alle huurders een brief waarin hen werd verzekerd dat dit niet zou gebeuren.

Vestia wil op drie manieren geldt genereren. Ten eerste door de huurprijs van vrijkomende woningen sterk op te trekken, ten tweede door een substantieel aantal woningen te verkopen en ten derde door de huurders met een inkomen van meer dan 43.000 euro een extra hoge huurverhoging te vragen.

De voorzitter van de huurdersraad van Vestia, Paul van Bekkum, denkt niet dat er nog veel tegen de plannen valt te ondernemen. Woonbonddirecteur Ronald Paping vindt dat Vestia eerst naar de eigen bedrijfsvoering moet kijken; vervolgens dient te snoeien in de commerciële projecten en ten derde kan onderzoeken of het mogelijk is om bepaalde wooncomplexen over te doen aan andere corporaties. 'Het is absurd om nu al met dit soort voorstellen te komen en de rekening van het derivaten debacle door te schuiven naar de huurders. Die hebben het in deze tijd van bezuinigingen toch al moeilijk doordat ze door diverse maatregelen behoorlijk aan koopkracht hebben ingeboet.’ Cynisch is dat de ex-directeur die de financiële ellende heeft veroorzaakt een extraatje meekrijgt bij zijn vertrek van 3,5 miljoen euro. Alsof iemand die een salaris verdiende van een half miljoen euro per jaar dat nodig heeft.

Een streefhuur van 95%

De streefhuur die Vestia momenteel hanteert ligt op 87% van de wettelijke maximumhuur. Dat wil zeggen dat een woning met een maximumhuur van 664 euro wordt aangeboden voor 578 euro. In het kader van een onderzoek naar streefhuren, antwoorde Vestia enkele maanden terug: ‘Omdat wij vinden dat die 87% ook het marktevenwicht is. Die 87% is het gemiddelde na mutatie (huurderswisseling, red.). Er zijn complexen die naar 95% gaan, maar ook complexen die op 70% blijven zitten.’ Het voorstel is nu om die streefhuur voor alle vrijkomende woningen op te trekken naar 95%. De woning met een maximumhuur van 664 moet nu dus 631 euro gaan doen.

Grootschalige verkoop

Om geld te genereren wil Vestia een substantieel aantal huurwoningen in de verkoop doen. Op zich is er niets tegen het verkopen van huurwoningen, maar als dat grootschalig gebeurt met het uitsluitende doel om geld binnen te halen, heeft dat bijna altijd gevolgen voor de markt. In zo’n situatie wordt het voor starters vaak onmogelijk om nog aan een huurwoning te komen. Vestia wil de woningen langs drie lijnen verkopen. ‘De eerste lijn is een fors aantal zittende huurder van met name eengezinswoningen de gelegenheid geven hun woning te kopen. De tweede lijn is om bij een groot aantal complexen bij mutatie de vrijgekomen woningen vrijelijk te verkopen. De derde lijn is om complexgewijs te verkopen aan een andere corporatie.’

7,3% huurverhoging

Terwijl Vestia in de brief van (datum) nog keihard beweerde dat zittende huurders worden ontzien, is het voorstel nu om huurders met een inkomen van meer dan 43.000 euro bij de komende huurverhogingsronde 5% extra op inflatie te vragen. Die ruimte krijgt Vestia als recente voorstellen daartoe door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Terwijl het kabinet beoogt de doorstroming op de woningmarkt met deze maatregel te bevorderen, wil Vestia er tekorten mee aanvullen en gaten in haar begroting vullen. Een erg opportunistische manier van opereren, waarmee Vestia de rekening voor wanbeheer bij haar huurders neerlegt.